In een exclusief interview met Autosport in Nederland onthult Sophie Kumpen de harde, emotionele waarheid achter Max Verstappens ongelooflijke opkomst in de Formule 1.

Ze herinnert zich de stormachtige dagen van Max’ jeugd, toen hij op slechts vierjarige leeftijd voor het eerst in een kart stapte, met ogen vol vuur en vastberadenheid. Op zesjarige leeftijd, zegt Sophie, veranderde haar zoon van een verlegen jongen in een kleine vechtmachine. “Hij reed alsof hij geboren was voor snelheid.”

Tijdens een regenachtige dag op het kartcircuit fluisterde ze tegen Jos: “Onze zoon zal de koning van de F1 worden.” Het moment voelde als een voorspelling. Maar achter de glorie lag wanhoop. Jos Verstappen, voormalig F1-coureur, worstelde met financiële druk en emotionele uitputting terwijl hij Max’ dromen probeerde te realiseren.
Sophie vertelt dat er momenten waren waarop Jos wilde opgeven. “Hij was moe, bang dat we te ver gingen, dat Max te jong was voor zulke intensiteit.” Toch bleef ze aandringen. “Ik zag iets in Max dat de wereld nog niet kende. Zijn blik, zijn agressie – het was niet normaal voor een kind van zes.”

Hun leven draaide volledig om racen. Ze verkochten bezittingen, reisden door Europa, sliepen in busjes en leefden van hoop en adrenaline. Sophie herinnert zich slapeloze nachten, vol angst voor ongelukken, maar ook trots wanneer Max moeiteloos oudere rijders versloeg.
“Hij had dat killerinstinct,” zegt ze. “Zelfs toen hij verloor, huilde hij niet. Hij keek me aan en zei: ‘Volgende keer win ik.’” De druk op het gezin werd steeds groter. Vrienden begrepen niet waarom ze alles opgaven voor een kinderdroom die onmogelijk leek.

Toch hield Sophie vast aan haar overtuiging. “Max had iets bovennatuurlijks – een combinatie van talent, discipline en pure honger naar overwinning.” Jos werd de strenge mentor, soms te hard, zegt Sophie zacht. “Ze botsten vaak. Maar zonder die harde liefde had Max het nooit gehaald.”
De familie Verstappen leefde jaren in stilte, ver van glamour, maar met één brandende missie: Max naar de top brengen, wat het ook kostte. Toen hij zijn eerste grote karttitel won, barstte Sophie in tranen uit. “Ik wist dat het begin was van iets groots, iets dat niemand kon stoppen.”

Ze beschrijft Max als een storm in menselijke vorm – intens, gefocust, en onwrikbaar in zijn verlangen om de beste te zijn. “Hij was niet het kind dat speelde met speelgoedauto’s,” lacht ze. “Hij wilde echte motoren horen brullen.”
Sophie geeft toe dat ze bang was voor zijn toewijding. “Hij kende geen grenzen. Zelfs op kerstochtend vroeg hij of hij mocht trainen.” Nu, jaren later, als hij wereldkampioen is, kijkt ze terug met trots én ontzag. “We offerden alles op – maar het was het waard.”

Nu, jaren later, als hij wereldkampioen is, kijkt ze terug met trots én ontzag. “We offerden alles op – maar het was het waard.” Max’ succes is voor haar niet slechts een overwinning in sport, maar een bewijs van liefde, opoffering en geloof binnen één familie.
Ze glimlacht terwijl ze over zijn toekomst praat. “Hij is nog niet klaar. Max leeft voor snelheid. Dat zit in zijn bloed, net als in het mijne.”. De wereld ziet de kampioen, maar Sophie herinnert zich nog steeds die kleine jongen in de regen, die met elke bocht geschiedenis begon te schrijven.

Het Verstappen-verhaal is niet alleen een triomf van talent, maar van familiebanden die sterker bleken dan angst, twijfel of tegenslag. En ergens diep vanbinnen, zegt Sophie, hoort ze nog steeds haar eigen stem die fluistert: “Onze zoon zal de koning van F1 worden.”
